De hoofdfiguur in Verre vriend, de tweede roman van Max Temmerman, is iemand die verlangt naar een 'gezond, lang en hopelijk aanhoudend weldadig saai leven'. Jack werkt als transporteconoom, is getrouwd met een bibliothecaresse die houdt van stilteweekends in een klooster, heeft een hond die Hond heet en een mooie collectie jazzplaten. Ooit was hij de trotse eigenaar van een Mercedes (bouwjaar '75), een troon van chroom die hij erfde van zijn grootvader maar die hij met spijt in hart van de hand heeft gedaan omdat zijn vrouw die geldverslindende bak niet meer voor de deur wilde. Het toeval wil dat Carl, de nieuwe buurman die net de spiegelwoning naast hen heeft betrokken, dezelfde oldtimer en een puike verzameling jazzelpees heeft.
Vrij snel bekruipt je het gevoel dat de nieuwe vriendschap niet vrijblijvend is. Pas op de allerlaatste bladzijde wordt onthuld wat er op de achtergrond speelt. Verre vriend is geen klassiek misdaadverhaal en je kan je afvragen of de roman de verr…Lees verder
De hoofdfiguur in Verre vriend, de tweede roman van Max Temmerman, is iemand die verlangt naar een 'gezond, lang en hopelijk aanhoudend weldadig saai leven'. Jack werkt als transporteconoom, is getrouwd met een bibliothecaresse die houdt van stilteweekends in een klooster, heeft een hond die Hond heet en een mooie collectie jazzplaten. Ooit was hij de trotse eigenaar van een Mercedes (bouwjaar '75), een troon van chroom die hij erfde van zijn grootvader maar die hij met spijt in hart van de hand heeft gedaan omdat zijn vrouw die geldverslindende bak niet meer voor de deur wilde. Het toeval wil dat Carl, de nieuwe buurman die net de spiegelwoning naast hen heeft betrokken, dezelfde oldtimer en een puike verzameling jazzelpees heeft.
Vrij snel bekruipt je het gevoel dat de nieuwe vriendschap niet vrijblijvend is. Pas op de allerlaatste bladzijde wordt onthuld wat er op de achtergrond speelt. Verre vriend is geen klassiek misdaadverhaal en je kan je afvragen of de roman de verrassende ontknoping nodig had, want ook zonder dit thrillerelement blijft Verre vriend boeiend. Dat komt in de eerste plaats door de schijnbaar achteloze stijl waarin het verhaal geschreven is. Net als in zijn poëzie slaagt Temmerman erin om zwaarwichtige thema's over vriendschap, verraad, liefde en dood zo te formuleren dat ze haast als tegelwijsheden aanvoelen. Dat is het ironische spel waarbij een afstandelijke verteller met subtiele humor kijkt naar de slungelige Jack en de wijdbeens in het leven staande Carl.
Verre vriend is een fijne roman over de dunne lijn tussen het 'kleinsteedse triomfalisme', waarbij je toch tevreden poogt te zijn met het zuinige leven dat je leidt en de compromissen die gesloten moeten worden, en de droom van een meeslepend leven in de breedte. Verre vriend bevat mooie, haast essayistische beschouwingen over liefde, relaties en vriendschap, want ooit had de jonge Jack een hechte band met een buurjongen die echter verwaterde. Hoe iemand zijn leven aftoetst aan dat van een ander zit slim verwerkt in het motief van de spiegel. Ook de vraag of fictie zinvol is, komt aan bod in een lange proloog. In een kroeg praten twee mannen met elkaar, van wie er één eigenwijs Waarheden spuit over pietluttige romans. Deze kroegloper zou Verre vriend cynisch afserveren maar evenzogoed kan je stellen dat dit een fijnzinnig en secuur geschreven kleinood is dat vertelt over de grote thema's die steeds opnieuw de verhalen sturen waaruit sterke literatuur bestaat.
B&L, 187 blz., 22,99 €.
Verberg tekst